Buurtgenoten groeten elkaar

Ecologische wijk – volgens een verkeerskundige

1 september 2025

Stel je een nieuwe ecologische wijk voor, vol houten huizen, bloeiende tuinen en zonnepanelen op elk dak. Een wijk waar buren elkaar kennen en kinderen buiten spelen. Maar dan komt de onvermijdelijke vraag: wat doen we met de auto?

In een nieuwe aflevering van onze podcast Moi, Buur(t) op Groen ging Harrie Kiekebosch in gesprek met Rico Andriesse, verkeerskundige bij Goudappel en woonachtig in Okkenbroek. We spraken over hoe verkeer en ruimte samenhangen met duurzaam wonen. Wat blijkt? Mobiliteit is geen bijzaak – het is de sleutel tot een leefbare wijk.

Auto aan de rand? Ja graag!
Volgens Andriesse is het één van de meest logische keuzes voor een ecologische wijk: parkeerplaatsen aan de rand, en binnenin de wijk ruimte voor mensen, niet voor blik. Dat levert direct meer groen en speelruimte op, en heeft een gedragsveranderende uitwerking.

“Als je eerst een paar minuten moet lopen naar je auto, pak je eerder de fiets of ga je gewoon lopen. Je maakt mensen bewuster van hun keuze.”
Het is niet alleen goed voor de ruimte – het is ook goed voor onze gezondheid. Meer beweging, minder uitstoot, meer veiligheid op straat. En voor wie toch een auto nodig heeft: deelauto’s bieden uitkomst.

Liever geen wijk in de uithoek
Wat vaak vergeten wordt: veel ecologische wijken worden aan de rand van een dorp of stad gepland. Logisch vanwege de ruimte, maar mobiliteitstechnisch niet ideaal, zegt Andriesse. Als alles ver weg ligt, blijft de auto verleidelijk.

Zijn voorkeur? Een wijk volgens het principe van de 15-minutenstad: binnen een kwartier te voet, met de fiets of het OV naar je werk, school, supermarkt of huisarts. Dan ontstaat er echt ruimte voor duurzame keuzes.

Smalle straten, brede stroken groen
De openbare ruimte in een ecologische wijk vraagt om slimme keuzes. Hoe smaller de wegen, hoe meer ruimte voor bomen, groen en ontmoeting. Maar dat betekent ook: goed nadenken over hulpdiensten en ondergrondse infrastructuur.

En nee, je hebt echt geen zelfrijdend busje nodig dat door de wijk tuft. “De meeste mensen kunnen prima een klein stukje lopen of fietsen. En voor wie dat niet kan, is er altijd wel een buurman of een plek voor een eigen auto,” aldus Andriesse.

Gedrag op de weg: ook buiten de wijk relevant
Het gesprek met Rico maakte ook een bredere vraag los: hoe gedragen we ons eigenlijk op de weg? Zeker als fietser merk je het dagelijks: auto’s worden breder, wegen lijken smaller, en de ruimte lijkt ongelijk verdeeld.

Andriesse pleit ervoor om het verkeerssysteem daar beter op af te stemmen. Dus liever 30 km/u in woonwijken, smalle straten met klinkers en visuele remmingen. Niet om mensen te pesten, maar om logisch gedrag uit te lokken.

“Een brede rechte weg nodigt uit tot gas geven. Een smalle weg met klinkers doet het tegenovergestelde.”

Van heilige koe naar bewuste keuze
Misschien is de belangrijkste vraag wel: hebben we echt recht op een parkeerplek voor de deur? In Japan mag je pas een auto kopen als je kunt aantonen dat je een eigen parkeerplaats hebt. En in Spanje zie je steden waar automobilisten helemaal geen plek meer krijgen in de binnenstad – tenzij ze er wonen.

Ook in Nederland groeit het besef dat de auto ruimte inneemt die we ook anders kunnen gebruiken. En dat geldt net zo goed voor dorpen en het buitengebied.

Wil je meer horen over verkeer, ecologische wijken, deelauto’s en onze gewoontes op de weg? Beluister dan de volledige aflevering van onze podcast Moi, Buur(t) op Groen met Rico Andriesse.
Podcast de Groene Bank